Kingsize pinda's
Pinda's gebrand in archide (pinda) olie met of zonder zout.
Pinda’s
De pinda is een peulvrucht die aan een plant onder de grond groeit. De pindaplant is een ongewone
plant, omdat de vrucht buitengewoon snel groeit. Het duurt slechts 120 tot 160 dagen totdat de
pinda volgroeid is (minder dan een halfjaar dus). De bloem groeit boven de grond en nadat deze is
verwelkt, buigt de stengel voorover en boort zich in de grond. De zaadjes ontwikkelen zich
vervolgens onder de grond. De pinda wordt daarom niet geplukt maar opgegraven.
Wat veel mensen niet weten is dat de pinda geen noot is maar een peulvrucht. De pinda komt
oorspronkelijk uit Zuid-Amerika. Al meer dan 3.500 jaar geleden gebruikten de Inca’s de pinda’s als
voedsel dat ze meegaven aan de doden voor in het hiernamaals. De Spaanse ontdekkingsreizigers
namen de pinda’s mee naar Spanje en van daaruit werden ze verspreid over Azië en Afrika. De pinda
werd een populair gewas, vooral in Afrika waar men zelfs dacht dat de pinda een ziel had. Vanuit
Afrika werd de pinda via slavenschepen in de VS geïntroduceerd. Daar steeg de consumptie van
pinda’s vooral onder invloed van de Burgeroorlog van 1860, toen zowel het Zuidelijke als het
Noordelijke leger inzagen hoe waardevol de pinda was. Tegenwoordig worden pinda’s in tal van
producten verwerkt en worden ze in vele keukens over de hele wereld als ingrediënt gebruikt.
Pinda’s worden zowel met als zonder vlies verkocht of nog in de dop.
Land van herkomst: China
Voedingswaarden:
Pinda’s bevatten grote hoeveelheden vitamine B3, vitamine E en zink. Zink speelt een belangrijke rol
bij de opbouw van eiwitten en bij het herstellen en vernieuwen van weefsel. Vitamine E is een sterke
antioxidant die een belangrijke rol kan spelen bij het voorkomen van hart- en vaatziekten en kanker.
Vitamine B3 zorgt voor een goede werking van het zenuwstelsel en helpt je huid gezond te houden.
Overig
In Zuid-Amerika worden pinda’s op dezelfde velden verbouwd als die van maïs. Aan het begin van het
seizoen bepaald een boer wat hij gaat verbouwen en richt zich dan op de prijs die hij verwacht
hiervoor te krijgen, is de prijs van maïs hoog, dan gaan alle boeren maïs verbouwen en vice versa.
Hierdoor kan de prijs flink fluctueren.